Nicole Verhalle
‘Ik schep landschappen van gedachten waarin ook jij, als kijker, kunt ronddwalen’
‘Kunst maken geeft zin. Schilderen is voor mij een zingeving. Een manier om de wereld in mij op te nemen, naar het heden te vertalen. Kunnen kiezen wat mij raakt. De grootste kennis van al is schoonheid. Bezig zijn met schoonheid is een deugd. Net als scheppen zelf. Je bezingt de wereld. Een schilder zie ik als een troubadour. Als schilder maak ik een visueel lied over wat ik zie.
Altijd al was ik aan het tekenen. Mijn moeder liet mijn tekeningen trots aan anderen zien. Ze gingen rond in de kamer waar mijn grote Limburgse familie tijdens verjaarsvisites bij elkaar kwam. Dat voelde als een beloning, want ik deed iets goeds, iets dat al die mensen mooi vonden, van mijn oom melkboer tot mijn oom de priester.
Je kijkt naar iets, vraagt je af wat het voorstelt, dan ga je associëren. Ik werk vanuit associaties. Schilder een stapeling associaties, net als een gedicht. Poëzie is “food for thought”. Je scherpt je aan wie je leest, aan wie je kiest. Ik heb taal nodig om me innerlijk te verdiepen. Dichters en kunstenaars doen hetzelfde: het ordenen en verfijnen van de wereld. Wanneer je schildert, associeer je en organiseer je. Vraagt je voortdurend af of wat je doet past, versterkt, verbetert. Je máákt terwijl je kíjkt. Schilderen is een onderzoek naar de essentie van de wereld en de tijd waarin je leeft. Daarbinnen orden je die wereld vanuit je eigen visie.
Het kan een landschap zijn wat ik maak. Een innerlijk landschap. Je kan er als kijker in ronddwalen.
Of zoals de dichter Lars Gustavson het formuleerde:
“Landschappen zijn geen zielstoestanden maar sommige zielstoestanden zijn landschappen.”